Australië - West Coast van Perth naar Darwin
De Westkust!
Aangekomen in Perth (zuidwesten van Australië) hebben we één nachtje in een hostel doorgebracht om de volgende dag ons vervoer naar Darwin (Noordelijkste stad in Australië) voor de komende drie en halve week op te halen. En wat voor vervoer! Dé natte droom voor iedere Australiër en zelf waren we ook wel behoorlijk onder de indruk van onze Toyota Landcruiser. De slimmeriken hadden er ook weer van alles ingebouwd om het de mens gemakkelijk te maken. Bedden, koelkast, gasfornuis etc. Alles om dus ongestoord de bush in te trekken en iedere gravelroad of sandtrack te kunnen trotseren.
West Australië beslaat een derde van het hele continent en is heel dunbevolkt. Er wonen twee miljoen mensen en anderhalf miljoen woont in de hoofdstad Perth. Het kan dus voorkomen dat je honderden kilometers rijd en niemand tegenkomt. Een goed vervoermiddel is een must en er wordt aangeraden altijd voldoende water en voedsel mee te nemen voor het geval dat. Dat onze auto 4WD had was eigenlijk ook een must voor de westkust. Met een gewone camper of auto mag je niet van de onverharde weg af en met een 4 WD mag je op iedere weg rijden. De hele mooie afgelegen plekjes zijn vaak alleen via de gravelroads of sandtracks te bereiken. De eerste 4 dagen besloten we om het gebied ten zuiden van Perth te gaan ontdekken. We hadden veel goede verhalen hierover gehoord en vonden het zonde om dit te moeten overslaan. Kasper, de jongen die we tijdens de outbacktour hadden leren kennen, zat op dezelfde vlucht met ons naar Perth en hij had eigenlijk geen plannen, dus we besloten om het eerste stuk gezellig met zijn drietjes te doen. Onze auto had plaats voor drie, dus geen probleem (Alhoewel het aardig krap was met zijn drietjes voorin). Het zuidwesten van Australië is een ontzettend mooi gebied met een waanzinnige kust en bossen met enorme bomen. We hebben naast het vele rijden supermooi in de bush gekampeerd, over het strand gereden, een wijntour gedaan, een poging tot vissen gedaan (de eerste de beste golf sleurde alle visbenodigdheden mee de zee in), een grote boom beklommen en ’s avonds heerlijk gegeten waaronder een mosselpan gekookt door Kasper.
Na vier dagen was het tijd om Kasper weer af te zetten in Perth en met zijn tweetjes verder te gaan. We hadden er 1200 km afgelegd en iets minder dan drie weken over en nog zo’n 6500 km te gaan.
Nog even doorkachelen dus. We besloten om zoveel mogelijk langs de kust te rijden omdat daar het meest te zien valt.
Onze eerste bestemming was de Pinnacles desert, een kleine woestijn vol met pilaren variërend van 50 cm hoog tot 3 meter. De vreemde formaties zijn gevormd toen deze woestijn nog onderwater stond
als zee en overblijfselen van schelpdieren zich in de loop der tijd ophoopte. Na een rondrit over dit vreemde landschap en na het maken van foto’s kregen we de kans om op onze volgende bestemming
onze auto echt te testen.
Via een 4WD sandtrack naar de grotten in een National park. Geen probleem voor onze wagen en het park en de grotten waren geweldig. Verder naar het noorden kampeerden we aan de kust bij Geraldton, de grootste stad in een gebied zo groot als Duitsland met 30.000 inwoners. Deze stad leeft van de Indische Oceaan die langs deze kust vol zit met kreeften. Één van de twee attracties is de vissers coöperatie waar dagelijkse tientallen kreeftvissers boten hun vangst brengen. Hier worden de kreeften levend verpakt om de volgende de kreeften te kunnen laten zwemmen in aquariums van Japanse, Chinese of Europese restaurants. Big business!!
Diezelfde middag zijn we naar het Western Australian Museum gegaan. Het leuke aan dit museum is dat ze een enorme tentoonstelling hebben van het VOC schip de Batavia die hier in 1629 in de buurt op een rif is gevaren en is gezonken. Ze hebben oude potjes, pannetjes, kruiden, rijksdaalders gevonden en allemaal tentoongesteld. Voor ons Dutchies waanzinnig interessant natuurlijk.
Verder naar Kalbarri, een gezellig toeristen dorpje aan de kust dat omringt is door Kalbarri National Park. De volgende dag vroeg het National Park bezocht, maar ondanks dat we er al zo vroeg waren was de hitte die dag bijna ondraaglijk. Er stond een hele hete harde wind die de haartjes bijna van je armen af fikte. Grote wandelingen hebben we dus maar overgeslagen en we hebben het bij wat uitkijkpunten gehouden.
Vanaf één uitkijkpunt zagen we in de verte ten noorden van het park toch wel wat vreemde rook en met de minuut werd de rookwolk groter. Een bushfire in een National Park geeft ons niet veel vertrouwen. We besloten snel te vertrekken. Terug op de snelweg (lees: een snelweg in Australië is een gewone tweebaansweg) werd de rook ontwikkeling nog groter, maar wij waren er nog tientallen kilometers vandaan. Hoe dichterbij we kwamen hoe erger het leek en het leek of we er recht op af reden. We hebben de auto maar even aan de kant gezet en een tegenligger aangehouden om te vragen of het überhaupt veilig en mogelijk was om verder te rijden. We kregen te horen dat de brand nog kilometers bij de weg vandaan was en dat het absoluut veilig was. Opgelucht reden we verder en bij de brand aangekomen zagen we dat het maar zo’n 500 meter bij de weg vandaan was. Het vuur had zich ontzettend snel verspreidt en een half uur later hoorden we bij het tankstation dat de weg afgesloten was voor alle verkeer.
We hebben dus dikke mazzel gehad, want de weg is twee dagen afgesloten geweest. Achteraf hoorden we dat er die dagen in de buurt nog veel meer bosbranden zijn ontstaan en er honderden vierkante
kilometers bos is afgebrand. Toch gek dat we het nu met eigen ogen hebben gezien.
400 kilometer verder naar het noorden en aangekomen in het Francois Perron National Park hebben we op een camping gestaan waar je alleen met een 4WD kan komen. Er stond alleen een Duits stel waar
we ’s avonds gezellig een wijntje mee hebben gedronken en in het donker geprobeerd een haai te vangen. Deze mensen zaten werkelijk waar elke dag te vissen en aten ook elke dag zelf deze vis op.
Lunch en diner. Ze hadden ook al een paar keer haai gevangen en dit wilden wij natuurlijk wel met eigen ogen zien. Na een paar uur geduldig hebben zitten wachten hadden ze helaas nog niets aan de
haak geslagen en begonnen wij toch ernstig aan geloofwaardigheid van deze al wat excentrieke Duitsers te twijfelen. Lekker naar bed dus, die wijntjes hakten er ook al aardig in. De dag erop was
weer zo’n snikhete dag en was het bijna niet te doen om de auto uit te komen. We hebben bij een uitkijkpunt met uitzicht op zee maar liefst 8 haaien zien zwemmen en we hebben de stromateolieten
bekeken.
Deze stromateolieten waren 2900 miljoen!!! jaar geleden het enige leven op aarde en doordat ze zuurstof in de lucht brengen zijn ze verantwoordelijk voor de eerste andere levensvormen op aarde. Via deze stromateolieten zijn we doorgereden. Na weer 550KM te hebben gereden kwamen we aan in Coral Bay. Een klein dorpje met een ongelooflijk mooi strand en rif om langs te snorkelen. Om even bij te komen van al het rijden zijn we hier lekker twee daagjes blijven staan en heerlijk gezwommen, gesnorkeld en op het strand gelegen. De volgende dag was het toch weer tijd om kilometers te maken (200KM) en hebben we Exmouth bezocht. Of tenminste het National Park dat bij exmouth ligt: Cape Range NP. Het NP op zich is niet speciaal, maar langs het park ligt het Ningaloo Reef. Het rif heeft niet de afmetingen van het great barrier reef (het wereldberoemde rif aan de oostkust van Australie), maar ja kan vanaf het strand snorkelen. Waar je bij het Great Barrier Reef eerst met een boot de zee in moet. Bij het Ningaloo Reef kun je ook drift snorkelen, hierbij zwem je vijftig meter de zee in en laat je je door de stroming over het rif mee nemen om er een paar honderd meter verderop weer uit te komen. Prachtig om het gekleurde koraal en de gekke visjes te zien. Onze onderwatercamera kwam hier ook goed van pas.
We hebben gekampeerd in het National Park en zijn het binnenland ingereden naar Tom Price (weer 600KM). Tom Price is een mijnwerkers stadje dat in het Pilbara gebied ligt. Dit gebied is het meest ijzerrijke gebied ter wereld. Zelfs op de camping woonden allemaal mijnwerkers (en duizend enorme sprinkhanen). Tom Price is echter de toegangspoort voor Karanjini NP, het park wat we graag wilden bezoeken .Het park was fantastisch! We hebben gorges (soort ravijnen) bezocht waarbij je helemaal naar beneden in een soort ravijn afdaalt en daardoor heen loopt om vervolgens bij kraakheldere poeltjes te komen om lekker in af te koelen. Het gebied doet ook erg vreemd aan door alle ijzererts in de grond. Echt bovenverwachting mooi!
De camping waar we wilden slapen stikte het echter van de vliegen (echt honderden tegelijk om je heen te zoemen en te irriteren) en we besloten om door te rijden. De volgende mogelijkheid om te
kamperen was Port Hedland 300 km verder, het was al 5 uur, maar we besloten het er maar op te wagen. In Australië raden ze af om in het donker te rijden aangezien de kangoeroes je om de oren
vliegen en in het westen hebben ze ook nog eens last van koeien op de weg. Nou dat hebben we geweten! Het werd donker en we hadden nog tweehonderd kilometer te gaan. Drie uren lang (we reden maar
80km/pu) turen over de weg. Tientallen keren remmen voor vee dat langs de weg stond en na een tijdje ja hoor…. Een enorme stier van een ton de weg op! Vol in de ankers! Gelukkig konden we ruim op
tijd remmen, maar we hadden het hart in de keel. Toen we om een uur of 9 ’s avonds in Port Hedland aankwamen hebben we gratis op een camping gestaan tussen de industrie arbeiders. De dag erop stond
weer in het teken van rijden. 600 km naar Broome. Even voor de duidelijkheid: we rijden niet harder dan 90KM per uur. We hebben een fantastische auto, maar het is wel een ongelooflijke zuipschuit.
We hebben twee tanks van ieder 90 liter diesel, waar we bij 90KM/u zo’n 1000KM mee kunnen rijden. Iedere keer bij het tankstation (bijna elke dag), moeten we dus even heel hard slikken.
Tijdens dit stuk naar Broome komen we er weer achter hoe dunbevolkt dit stuk van Australië is. Tijdens deze 600 km komen we twee tankstations tegen en ongeveer 20 tegenliggers. De tankstations zijn
echt lachen. Net of je in de jaren 70 bent beland!
Opgelucht kwamen we in Broome aan. Broome is een leuke stad met geinige winkeltjes en een fijne sfeer. Helaas kwamen we aan op zondag in het laagseizoen en waren alle winkels, op de supermarkt na, gesloten. Maakte niet uit! Het was toch te heet om te winkelen. Op naar de camping met zwembad en relaxen. Hadden we wel verdiend!
We begonnen nu echt te merken dat we dichter bij het noorden kwamen. Het noorden van Australie kent twee seizoenen. Heet en nat (oktober tot april) en heet en droog (mei tot september). Wij zijn er dus tijdens het hete natte seizoen en dat kun je goed merken aan de enorme hoge luchtvochtigheid. 100 meter lopen en het zweet guts eruit. Niet te druk maken en lekker een dagje rustig bij het zwembad blijven, want ook zwemmen in de zee zit er vanaf nu niet meer in. Het is het seizoen van de levensgevaarlijke boxjelly fish (één aanraking van dit kwalletje en je hebt verschrikkelijke pijn voor twee weken. Ongeveer 20 mensen hebben de beet zelfs niet overleeft) en ook zwemmen hier mensenetende zoutwater krokodillen rond! Ja Australië stikt van de levensgevaarlijke dieren. ’s Middags komen we ook de twee Hollandse jongens weer tegen die we bij Tom Price ook op de camping waren tegengekomen. Weer een gezellig avondje dus! Na twee dagen bijkomen in Broome werd het tijd om richting het oosten de Kimberleys te gaan ontdekken. Volgens velen de laatste echte wildernis in Australië. Al snel komen we er achter dat er weinig valt te zien omdat door het regen seizoen alle National Parks gesloten zijn. Inclusief de topper Bungle-Bungles. Nou ja niks aan te doen en dan maar doorrijden richting de Kununurra aan de andere kant van de Kimberleys. In twee dagen tijd zijn we van Broome naar Kununurra gereden. Weer 1050KM erbij op de teller. Het was hoofdzakelijk en saaie rit maar de zaten gebieden bij met uitzichten die rit het helemaal waard maakten.
In Kununurra hebben we een aantal waterholes bezocht om in te zwemmen en een klein National Park bezocht die vaak de mini Bungle-Bungles wordt genoemd. Kununurra is de laatste stad in West Australië voordat je in Northern Territory komt.
Na twee nachten camperen zijn we naar Katherine gereden (514KM) Op de camping in Katherine kwamen we twee stelletjes tegen die samen aan het rondreizen waren. Het grappige was dat ze een beamer met Wii in de camper hadden gebouwd. Dus die avond stonden we onder het genot van flink wat wijntjes achter de camper te bowlen, Hilarisch! De volgende dag hebben we een flinke hike gemaakt in het Nitmiluk National Park naar een fantastische plek om te zwemmen met een waterval. Erg pittig maar meer dan waard.
Onze volgende bestemming was Kakadu National Park. Veel van dit park is ook gesloten om het regen seizoen, dus wij besloten een boottocht te maken over het overstroomde landschap van Kakadu National Park. Wel grappig om te zien dat echt alle looppaden en informatiebordjes allemaal onderwater staan tijdens dit seizoen. Na het spotten van veel verschillende vogels werden we getrakteerd met onze eerst echte Salty! Een zoutwater krokodil van ongeveer 5 meter lag ons vanaf de oever aan te staren. Wat een beest. Later spotten we er nog een aantal kleinere van ongeveer 3 meter. Hier wil je niet zwemmen!
We krijgen zin om meer krokodillen te zien en besluiten de volgende dag naar de Adelaide River te gaan tussen Darwin en Kakadu National Park. Omdat dit buiten het National Park ligt zijn de regels qua bescherming hier anders en mogen de krokodillen gevoerd worden. Zo vertrekt er iedere dag 4 keer een boot met toeristen deze rivier op met vlees aan een grote hengel. Als de boot aan het varen is zien we na een paar minuten al de eerste krokodillen geruisloos naar de boot toe komen. Het vlees wordt boven ze gehouden en na enige aarzelen komt de krokodil met kracht uit het water om het stuk vlees te pakken. Heel toeristisch allemaal, wel heel spectaculair! Na een uurtje krokodillen voeren varen we terug. Als verassing gaan ze op de terugweg roofvogels met kleine stukjes vlees voeren. Wat super om te zien hoe behendig die vogels zijn.
Voldaan vertrekken we van de Adelaide River en rijden we onze laatste kilometers van de 8000KM’s in totaal in de Landcruiser naar Darwin. Onze eindbestemming in Australië. In Darwin zijn een 3 nachten gebleven om de stad te bekijken en nog wat kleine dingen te regelen. Laatste inenting en nog de nodige spulletjes voordat we naar Azië (Bali) gaan.
West Australië was een avontuur met veel kilometers en overweldigende natuur. Echt het Australië zoals we verwacht hadden. We waren na zo’n lange rit wel weer blij dat we in de bewoonde wereld terug waren. Tegelijk was dit het einde van onze 6 maanden reizen in westerse landen en het begin van onze reis in Azië. We kregen al erg zin in onze volgende bestemming. Want daar zouden we Christy haar familie weer ontmoeten!
Ondertussen zijn we alweer een paar weken in Azië en hebben het heel erg na ons zin. We hopen snel weer een verhaal te kunnen schrijven over Indonesië. Wanneer die klaar is moeten we nog maar even zien ;-)
Groeten van ons uit Yogyakarta, Java, Indonesië
Reacties
Reacties
Wat een verhaal zeg! Super vet! Al in Azië, misschien komen we elkaar nog tegen;) Genietse!
Wat een super verhaal!!!!!!!!En wat een prachtige foto's. Heel veel plezier in Azie.
Groetjes rutger
Hey Edwin en Christy,
Leuk om jullie verhaal te lezen. Me gedachten dwalen weer af naar mijn trip aan de westkust. Karijini was ook 1 van mijn hoogtepunten daar!! Nog bedankt voor de ipod transmitter. keep in touch.
Gr Fred
Hey lieverds.. Wat een avonturen.. Heerlijk om te lezen!! Ben benieuwd wat jullie van Bali vinden.. Zal wel even wennen zijn.. Maar ook dat gaan jullie denk ik erg waarderen.. Xxx frouk
Schatten, wat heerlijk weer om te lezen ! De foto's zijn ook weer prachtig! Kijk nu alweer uit naar het verhaal uit jullie volgende werelddeel.
Take care
Dikke kus
An (&natuurlijk ook een dikke tut van Mike!)
Hey,
Heerlijk om te lezen en prachtige foto,s. Krijg hier weer de reiskriebels van! Ook alle mooie herinneringen van Australie komen naar boven! Veel plezier in het mooie Indonesie.
x Laura
Hey Christy en Edwin!
Toevallig kwam ik jullie site tegen in mijn Australië boekje:)
Erg mooie verhalen en foto's op de site! Ik las dat jullie alweer een maandje thuis zijn en wens jullie veel succes in het maatschappelijk leven.
Groeten Siebrand en Rutger (die jongens langs de westkust in een rijdende koe)
Hey,
Wij zijn zelf ook aan het uitkijken naar onze tocht van Perth naar Darwin! Leuk om te lezen wat jullie allemaal gedaan hebben.
Waar hebben jullie die vette landrover camper op de kop kunnen tikken?
mvg
W
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}