Thuiskomst en vertrek
In de auto op naar huis! Eigen bed, eigen keuken, eigen douche, onze heerlijke tuin. We kunnen niet echt zeggen dat we iets heel erg gemist hebben het afgelopen jaar, maar nu het zo dichtbij is klinkt het allemaal wel heerlijk! Onze mama's hadden heel lief ons paleis geschrobd en gepoetst, de tuin netjes gemaakt, bloemetjes neergezet en de koelkast lekker gevuld! Wat een schatten zijn het ook.
We werden thuis afgezet en daar sta je dan weer in je eigen huuske! Best vreemd in het begin, want de tv en internet hadden we afgesloten, dus het was best stil. Eerst het kacheltje maar aan. Kut! Kapot! De kachelman maar even laten komen. Gelukkig stonden binnen een kwartiertje Jeroen, Martha en Jetta op de stoep, dus er was gelijk weer volop gezelligheid!
's Middags geprobeerd even te slapen, want we waren ook alweer 40 uur wakker (lukte niet). 's Avonds bij Ed zijn ouders gegeten, daarna naar de jarige zwager om vervolgens de kroeg in te rollen waar onze vrienden een welkomstfeestje hadden georganiseerd! Wat een thuiskomst! Drie uur rolden we uitgeteld en voldaan ons eigen! bed in!
De volgende dag was Chris haar oma jarig en dus vroeg op om gezellig de hele familie weer te ontmoeten. 's Middags hadden we een afscheidsfeestje van een vriendin, de volgende dag een bbq en zo stond onze hele eerste thuiskomstweek uit feestjes, verjaardagen, weerzien met vrienden/familie, etentjes en alleen maar leuke dingen doen. Ondertussen moesten we wat voorbereidingen treffen voor onze Europa trip en zo vlogen drie weken met alleen maar gezelligheid voorbij. Maar we waren nog niet uitgereisd, dus met een totaal volgepakte auto vertrokken op we op 17 juni weer. Europabestemming 1: Denemarken.
Liefs Ed en Chris.
Maleisie en Thailand
Sorry lieve mensen. Jullie hebben lang op dit verhaal moeten wachten en inmiddels liggen onderstaande gebeurtenissen alweer een paar weken achter ons We cruisen nu in een volbeladen auto door het
op dit moment snikhete Finland en zitten we nog een beetje in een dipje van de verloren WK finale van gister ?.
Toch willen we nog graag onze laatste Azie ervaringen met jullie delen.
Vanuit Singapore hebben we de bus gepakt naar de meest zuidelijke stad van Maleisie, Johor Bahru. Singapore is zo klein dat we binnen een half uurtje al bij de grens waren. Daar moesten we uit de
bus stappen, langs de douane van Singapore en weer in een andere bus stappen om verder te rijden. Over de grote brug heen die Singapore van Maleisie scheid en aan de Maleisische kant weer
hetzelfde..... bus uit, langs de douane van Maleisie, bus weer in en 5 minuten later kwamen we op het busstation van Johor Bahru. In Johor Bahru hebben we de auto opgehaald die we voor 8 dagen
hadden gehuurd en nu was het wachten op Nynke. Nynke zat vast in Kuala Lumpur vanwege de aswolk die boven Europa hing. Ze kon pas een week later naar huis vliegen en zo kon ze mooi nog een weekje
met ons mee rijden. Heel onverwacht, maar supergezellig. Zo denk je dat je voor een jaar afscheid hebt genomen van elkaar en zo zie je elkaar toch twee keer! (eerste keer twee weken in
Australie).
Het plan war om de oostkust van Maleisie te gaan ontdekken. Dit gedeelte is iets minder bekend bij toeristen en daarom leek het ons juist leuk om te doen. Eerste bestemming: Mersing. Drie uurtjes
later door enorme regenbuien, maar over perfecte Maleisische wegen kwamen we aan. Het was inmiddels al avond, dus eerst maar opzoek naar accommodatie. Beetje boven budget, maar heerlijk geslapen!
Nadat we ons een beetje beter verdiept hadden in de Oostkust trokken we de conclusie dat acht dagen misschien toch we wat lang was, dus besloten we de dag erop om toch ook maar een stuk van de
westkust te gaan zien. We hebben een nachtje in Melakka geslapen, een gezellige stad met veel Nederlandse en Portugese invloeden.
Daarna zijn we doorgereden naar de Cameron Highlands, één van dé hoogtepunten van Maleisie. En na zo'n zes uurtjes over de meeste geweldige snelweg en slingerende bergweggetjes te hebben gereden
kwamen we aan.
De omgeving is echt prachtig. Indrukwekkende theeplantages in heuvelachtig gebied en 's ochtends de zonsopkomst bekeken. Helaas waren we hier iets te laat voor doordat we een afslagje hadden
gemist.
We zijn door het binnenland naar Cherating aan de Oostkust gereden voor een paar daagjes strand!
Helaas moesten we Nynke daarna weer op de bus richting Kuala Lumpur zetten, want de volgende dag kon ze eindelijk mee op een vlucht naar Amsterdam.
Met zijn tweetjes hebben we Lake Kenyir opgezocht. Een enorm stuwmeer met prachtige watervallen en allemaal kleine eilandjes en daarop vakantie resorts. Eigenlijk was het niet de bedoeling om daar
te blijven slapen, maar het werd al erg laat en dus besloten we voor de goedkoopste optie te gaan. We hebben een klein bootje met een schipper geregeld en binnen een half uurtje waren we bij onze
bestemming. We waren de enige gasten en het personeel sprak geen woord Engels , maar dat mocht de pret niet drukken. De volgende dag regende het heel hard, dus onze bootsman maar opgebeld om ons
geplande toertje af te zeggen en te vragen of hij ons weer aan vaste wal wilde zetten.
Richting de kust hoopten we dat het weer wat op zou klaren, maar de tropische regenbuien bleven maar aanhouden. We hebben onszelf getrakteerd op een mooie kamer met warme douche en zelf een tv!!!
En de hele dag heerlijk op bed gelegen!
Twee dagen hebben we doorgebracht in Kota Bahru waar we onze auto weer moesten inleveren. Twee keer hebben we chinees gegeten, omdat dat in deze zeer strenge islamitische stad de enige plek is waar
je een biertje kan drinken!
We waren het hele moslim gedoe best wel een beetje zat en waren heel opgelucht dat we naar de Perhentians gingen. De Perhentians zijn twee super mooie tropische eilandjes (ook Moslim, maar niet zo streng als op het vaste land) op een half uurtje varen van de oostkust. Helaas is het hele ongerepte er door het snel opkomende toerisme een beetje af, maar als je goed zoekt, kun je altijd wel een mooi verlaten strandje vinden. Tien dagen hebben we hier doorgebracht en Edwin heeft zijn open water duikbrevet gehaald.
Uiteindelijk werden we een beetje door luiheid bevangen en werd het toch echt tijd om naar Kuala Lumpur af te reizen. Ondanks dat de Perhetians een beetje verpest zijn door het vele toerisme en dat de mensen die er wonen totaal geen besef hebben van de schoonheid van hun omgeving en er dus ook absoluut niet zuinig op zijn, hebben wij er genoten van het duiken en het snorkelen en van alle hele leuke mensen die we hebben ontmoet.
De busrit naar Kuala Lumpur duurde 9 uren en was uitzonderlijk comfortabel. We hadden een tip gekregen over een leuk hostel in de buurt chinatown en besloten daar maar heen te gaan. Bij aankomst bleek het een groot hippiefestival te zijn daarbinnen en we hebben ons kapot gelachen. Mensen zaten overal jointjes te roken, sliepen in de hal op de grond en het personeel was ook een beetje' vreemd'. Na twee nachten besloten we een hostel iets dichter bij het centrum op te zoeken. Een super gezellig hostel met geweldig personeel en verassend veel gezellige Nederlanders. Kuala Lumpur beviel ons best goed en we zijn hier 6 dagen geweest o.a. omdat we ons visum voor Thailand vanuit hier moesten regelen. Normaal krijg je bij binnenkomst in Thaliand een toeristenvisum voor één maand, maar omdat we in ons hoofd hadden iets langer te blijven en de Thaise regering de twee maanden visa gratis uitgaf om het toerisme een boost te geven besloten we hem in KL te halen. Drie keer op en neer naar de Thaise ambassade, maar uiteindelijk is het gelukt en hebben we er weer een mooie plakker in ons paspoort bij!
Na zes dagen hebben we de boot gepakt naar Ko Phi Phi. Ko PhiPhi is een klein tropisch eilandje in de vorm van een zandloper met in het smalle platte deel een klein dorpje met smalle steegjes vol winkeltjes, duikshops, hotelletjes en guesthouses, barretjes en opvallend goede restaurantjes. Vlakbij Phi Phi ligt het eilandje waar de film the Beach is opgenomen en een bezoekje daaraan mag uiteraard niet ontbreken. Een dag hebben we met een Engels stel een houten longtailbootje gehuurd om lekker te snorkelen en te zwemmen en natuurlijk de filmlocatie te zien.
En of het nu de klamme hitte was, de te relaxte sfeer, het makkelijke heerlijke eten, het absoluut niets hoeven doen (in Azie wassen en strijken ze je zak vieze was voor een paar euro!)het
afhankelijk zijn van openbaar vervoer, de bevolking die onwijs lief is, maar je altijd een poot probeert uit te draaien (het stomme is dat je het altijd weet, maar er gewoon niets tegen kunt doen),
de ongeregeldheden in de rest van het land of misschien toch een beetje heimwee?.......
Ineens kwam het idee naar boven om Azië te verlaten en de overige drie maanden van onze wereldreis in Europa te vervolgen. Want ja... we zijn inmiddels de halve wereld over geweest, maar wat hebben
we nou eigenlijk allemaal van ons eigen continentje gezien? Bij weer eens een heerlijk ontbijtje op Phi Phi klapte Chris het idee op tafel. Ed knipperde eens met zijn ogen, heeft vijf minuten
verdwaasd om zich heen gekeken van dit ietwat dwaze voorstel en het was klaar. We hebben een globaal Europa plan gemaakt. Scandinavië en Oost-Europa moest het worden. Om de kosten te drukken werd
het kamperen . Een uur later waren we helemaal vol enthousiast over het idee, we hebben ons nog even afgevraagd of we niet spijt zouden krijgen dat we Laos, Cambodja, Vietnam en China overslaan.
Maar in het hoofd en het hart was de beslissing al gemaakt. We hebben de tickets omgeboekt en een week later konden we naar huis vliegen! Ook nog een hele leuke bijkomstigheid natuurlijk is dat we
dus een paar weekjes thuis konden zijn, omdat we daar de voorbereidingen voor onze Euro trip gingen treffen. Ons laatste weekje Thailand hebben we deels op Phi Phi en deels op Phuket doorgebracht.
En weer bestond deze week voornamelijk uit relaxen, relaxen en relaxen en nu natuurlijk plannen maken voor de rest van de trip!!!
We zijn naar Hong Kong gevlogen om daar nog een dagje de stad te bekijken. Achteraf jammer dat we daar niet langer voor hebben uitgetrokken, want Hong Kong is zo'n aparte metropool en heeft veel
indruk op ons gemaakt. Na een lange dag door HK gewandeld te hebben stapten we om twaalf uur 's nachts moe, voldaan, maar vol adrenaline van de spanning om weer naar huis te gaan en iedereen weer
te zien, in het vliegtuig om twaalf uur later te landen op Schiphol!
Veel liefs van ons!
Indonesië
Indonesië
We laten de westerse wereld achter ons en maken ons klaar voor een nieuwe 'Oosterse' ervaring. Maar voordat we met zijn tweeën deze andere wereld gaan ervaren krijgen we bezoek. Chris haar Moeder
en twee zussen Olga en Judith komen ons gezellig opzoeken. Wel een apart gevoel om in Australië in het vliegtuig te stappen om je familie weer te zien maar dan niet in Nederland. Bij aankomst bij
het hotel staan ze al op ons te wachten. Met veel gelach en een enkele traan worden we opgevangen en het vertrouwde gevoel is direct weer aanwezig. Alcoholische versnapering erbij en heerlijk
bijkletsen. We zijn natuurlijk reuze benieuwd naar alle nieuwtjes en roddels uit Nederland. Helaas is het al vrij laat en is het tijd om ons bed in te duiken. Wat een paradijs dat hotel!
We verblijven in het Bali Hyatt Hotel in Sanur. Niet echt een backpackers hostel! We genieten van alle luxe die we de afgelopen tijd niet meer gewend waren.
Het is heel gezellig om weer door familie omringd te zijn, maar twee dagen stil zitten in een resort maakt ons een beetje onrustig. Chris haar familie wil net als ons graag meer van Bali zien. De
plannen worden kort besproken en de volgende bestemming op Bali staat vast. Ubud, de culturele hoofdstad van Bali met veel leuke souvenir winkels en sfeer. En Bali is overigens één en al cultuur.
Bijna iedereen is Hindoe. En volgens de Hindoeïstische leer moet iedere familie een kleine tempel thuis hebben. Ieder dorp moet tenminste drie tempels hebben en dan zijn er ook nog openbare
tempels. Er wordt geschat dat er meer dan 20.000 tempels zijn op Bali. En laten we maar niet beginnen over alle rituelen. Ze hebben het er maar druk mee!
De volgende twee daagse stop was Candi Dasa. Een dorpje aan de oostkust waar je lekker kan eten en relaxen. Dus na een fijn dagje die voornamelijk uit massages, beetje zwemmen en vooral niet te vergeten het bijwerken van het kleurtje! Vanaf Candi Dasa zijn we naar Amed gegaan. Hier kan je fantastisch snorkelen vanaf het strand en vanaf een bootje hebben we met onze snorkels een wrak kunnen bewonderen.
Seminyak werd de volgende stop. Weer een mooi hotel, lekker eten (de ontbijtbuffetten zijn echt ongelooflijk!) en voor de familie veel shoppen.
De laatste daagjes werden weer doorgebracht in Sanur. En ook hier weer genoten van massages en verwennerij. En zo moesten we alweer afscheid nemen van elkaar. Veel te snel gegaan die twee en halve week!
Na het afscheid van de familie werd het tijd om weer verder te gaan op backpackers budget. Met onze eerste nacht weer met zijn tweeën gaan we van 1.200.000 R/pn naar 90.000 R/pn. We moeten wel iets aan luxe inleveren maar deze kamer bevalt ons ook prima! De volgende ochtend nemen we een taxi naar Gilimanuk waar we de ferry pakken naar Java. De stad waar we aankomen heet Banyuwangi. Gelijk een wereld van verschil met Bali. Hier komen bijna geen toeristen. We worden bekeken alsof we van een andere planeet komen. Maar iedere keer als wij een glimlach opzetten krijgen we een brede glimlach terug. Een ander groot verschil is dat bijna iedereen hier moslim is. 's Avonds maken we voor het eerst kennis met de 5 dagelijkse oproep tot gebeden. Door de hele stad horen we de luidsprekers tetteren met Allah Ahkbar..... En de rest verstaan we niet. Het lijkt wel alsof we een slechte horror film zitten. Heel apart al dat gemurmel. Gelukkig waren we niet voor niks in het fijne Banyuwangi. We hadden een gids geregeld om ons naar de Kawah Ijen te brengen. Een unieke vulkaan met een actieve zwavelmijn in de krater. Ooit hebben wij een indrukwekkende documentaire gezien over deze mijnwerkers. We hadden toen geen idee waar dat was. Maar het kwartje viel direct toen we informatie zochten over Oost-Java en informatie over de krater lazen. Onze gids, Fengi een lokale jongen van 24, haalden ons om 5 uur 's ochtends op. Hij had voor de trip een jeep geregeld met een hele enthousiaste chauffeur. De heenreis scheurde we constant claxonerend door dorpen met een bloedgang. Wat een mannetje! 2 Uren later kwamen we heelhuids aan bij de voet van de krater. We begonnen aan onze klim en zagen de eerste mijnwerkers met bepakking van 60 tot 90 kilo voorbij lopen. Halverwege kwamen we bij het weegstation en probeerde Edwin eens 90 kilo op zijn rug te zetten. Pfffff... ZWAAR!
Ondertussen konden we met de mijnwerkers praten dankzij Fengi onze gids/tolk. Er zijn ongeveer 300 mijnwerkers en iedere mijnwerker haalt 2 keer per dag 60 tot 90 kilo aan zwavel uit de krater. Één
kilo zwavel levert 600 roepie's op. Voor twee keer 90 kilo is dat ongeveer 8,50 Euro. Bijna onmenselijk als je ziet wat ze er voor moeten doen, maar voor hun is het veel geld! De klim tot de rand
van de krater duurde ongeveer een uur. Vanaf de rand hadden we een heel mooi uitzicht over het meer in de krater. Na een kwartier wachten, tot de ergste zwaveldampen weg waren, begonnen we aan de
afdaling in de krater. Over een heel klein pad, door de rook, klommen we naar beneden. Ondertussen kwamen er nog steeds mijnwerkers met hun zware bepakking omhoog over hetzelfde pad.
Een paar keer moesten we achter een steen schuilen voor de enorme zwaveldampen die je bijna verblinden en laten stikken! Na een halfuur waren we eindelijk beneden en zagen we de pijpen waar het
vloeibare zwavel uit komt zetten. Zodra de zwavel afkoelt wordt het hard. Hier wordt het in manden gedaan om door de mijnwerkers uit de krater te worden getild.
Vanuit daar zijn we in 5 uren met de trein naar Probolingo gegaan. Vanuit Probolingo kan je makkelijk bij de Bromo vulkaan komen en de volgende ochtend werden we om kwart over drie gewekt om met jeeps naar een uitkijkpunt te rijden om de zonsopkomst te bekijken. Na een helse rit in het donker door de wolken en de regen, was er boven bij het uitkijkpunt helaas weinig te zien. Wel zijn we, sportief als we zijn, de Bromo nog opgelopen, maar de regen verpestte weer het uitzicht. Maar weer terug naar het hostel even lekker ontbijten, douchen en op naar Jogyakarta (Yogya). We hadden bij de bromo een paar andere Nederlandse backpackers leren kennen en met hun hebben we een minivan geboekt om ons naar Yogya te brengen. Yogya is een leuke stad en we besloten om hier een beetje bij te tanken voordat we weer de trein zouden nemen naar Jakarta. We hebben in Yogya een scooter gehuurd en heerlijk rondgereden om de omgeving te verkennen, we hebben de Prambanan tempel bezocht die helaas bijna helemaal verwoest is door de aardbeving van 2006. Beetje bij beetje zijn ze de boel weer aan het opbouwen en het renoveren en ze zijn nog lang niet klaar. Blokken van duizenden kilo's moeten weer opgestapeld en hersteld worden. Natuurlijk jammer dat de tempel niet helemaal gaaf is, maar dat maakt het wel indrukwekkend en speciaal. We zijn helemaal naar het strand gescooterd en lekker de bergen in. De grote trekpleister van Yogya is de Borobudur.
Een enorme tempel die zeer populair is bij de Indonesische mensen zelf. Tot onze verbazing bijna geen Europeaan te zien daar! Grappig was ook dat wij meer een trekpleister waren dan de Borobudur zelf. Iedereen wil met je op de foto en als ze het niet durven te vragen dan nemen ze gewoon stiekem een foto. Wij vonden het in ieder geval hilarisch!
We hebben ons nog een dagje op een Bejac laten rondrijden. Een Bejac is een fiets met drie wielen en een stoel voorop waar twee personen in kunnen zitten. Nou ja twee Aziaten denk ik dan, want wij hadden er aardig moeite mee. Bij iedere hobbel en bobbel zakten we bijna door dat ding heen! En die arme man maar fietsen. Hij bracht ons bij allemaal totaal oninteressante galerietjes en werkplaatsen voor batik en lelijke poppen. Niets gekocht natuurlijk, maar het was wel een leuke manier van je laten rondrijden en iedereen maar zwaaien en lachen. Net de koning en koningin!
Tijd om met de trein naar Jakarta te gaan. In Jakarta hadden we eigenlijk niets te zoeken, maar de treinreis door de bergen en rijstvelden was fantastisch! Jakarta zelf wordt in iedere reisgids beschreven als verschrikkelijk en dat klopt ook eigenlijk wel. Bij het uitstappen van de trein kwam de verstikkende hitte en de uitlaatgassen ons al tegemoet. Gelukkig hoefden we hier maar één nachtje te slapen, want de volgende dag stapten we alweer op het vliegtuig naar Singapore!
Mensen hebben altijd hele verschillende meningen over Singapore: You hate it or you love it! Nou wij waren wel blij weer een beetje in een westerse beschaving te zijn beland. De stad is heerlijk schoon, overzichtelijk, het openbaar vervoer is perfect en het eten waar dan ook in de stad is hemels! We hebben een leuk hostel gezocht in Little India. Een supergezellige buurt met de naam zegt het al...... enorm veel Indiers en Indische restaurantjes! Heerlijk al die geurende kruiden en curry's. Die de eerste avond dus gelijk uitgeprobeerd! Niet te doen zo scherp! Hoe doen die mensen dat toch!
Een paar dagen hebben we Singapore bekeken. Onder andere Orchard street met tientallen enorme shopping malls, Chinatown en het Koloniale district met hippe en klassieke barretjes en restaurantjes rond de rivier. We hebben ons prima vermaakt, maar helaas is Singapore een plek waar je vanwege de hoge prijzen niet te lang kan blijven hangen. Dus op naar de volgende bestemming: Maleisië!
Australië - West Coast van Perth naar Darwin
De Westkust!
Aangekomen in Perth (zuidwesten van Australië) hebben we één nachtje in een hostel doorgebracht om de volgende dag ons vervoer naar Darwin (Noordelijkste stad in Australië) voor de komende drie en halve week op te halen. En wat voor vervoer! Dé natte droom voor iedere Australiër en zelf waren we ook wel behoorlijk onder de indruk van onze Toyota Landcruiser. De slimmeriken hadden er ook weer van alles ingebouwd om het de mens gemakkelijk te maken. Bedden, koelkast, gasfornuis etc. Alles om dus ongestoord de bush in te trekken en iedere gravelroad of sandtrack te kunnen trotseren.
West Australië beslaat een derde van het hele continent en is heel dunbevolkt. Er wonen twee miljoen mensen en anderhalf miljoen woont in de hoofdstad Perth. Het kan dus voorkomen dat je honderden kilometers rijd en niemand tegenkomt. Een goed vervoermiddel is een must en er wordt aangeraden altijd voldoende water en voedsel mee te nemen voor het geval dat. Dat onze auto 4WD had was eigenlijk ook een must voor de westkust. Met een gewone camper of auto mag je niet van de onverharde weg af en met een 4 WD mag je op iedere weg rijden. De hele mooie afgelegen plekjes zijn vaak alleen via de gravelroads of sandtracks te bereiken. De eerste 4 dagen besloten we om het gebied ten zuiden van Perth te gaan ontdekken. We hadden veel goede verhalen hierover gehoord en vonden het zonde om dit te moeten overslaan. Kasper, de jongen die we tijdens de outbacktour hadden leren kennen, zat op dezelfde vlucht met ons naar Perth en hij had eigenlijk geen plannen, dus we besloten om het eerste stuk gezellig met zijn drietjes te doen. Onze auto had plaats voor drie, dus geen probleem (Alhoewel het aardig krap was met zijn drietjes voorin). Het zuidwesten van Australië is een ontzettend mooi gebied met een waanzinnige kust en bossen met enorme bomen. We hebben naast het vele rijden supermooi in de bush gekampeerd, over het strand gereden, een wijntour gedaan, een poging tot vissen gedaan (de eerste de beste golf sleurde alle visbenodigdheden mee de zee in), een grote boom beklommen en ’s avonds heerlijk gegeten waaronder een mosselpan gekookt door Kasper.
Na vier dagen was het tijd om Kasper weer af te zetten in Perth en met zijn tweetjes verder te gaan. We hadden er 1200 km afgelegd en iets minder dan drie weken over en nog zo’n 6500 km te gaan.
Nog even doorkachelen dus. We besloten om zoveel mogelijk langs de kust te rijden omdat daar het meest te zien valt.
Onze eerste bestemming was de Pinnacles desert, een kleine woestijn vol met pilaren variërend van 50 cm hoog tot 3 meter. De vreemde formaties zijn gevormd toen deze woestijn nog onderwater stond
als zee en overblijfselen van schelpdieren zich in de loop der tijd ophoopte. Na een rondrit over dit vreemde landschap en na het maken van foto’s kregen we de kans om op onze volgende bestemming
onze auto echt te testen.
Via een 4WD sandtrack naar de grotten in een National park. Geen probleem voor onze wagen en het park en de grotten waren geweldig. Verder naar het noorden kampeerden we aan de kust bij Geraldton, de grootste stad in een gebied zo groot als Duitsland met 30.000 inwoners. Deze stad leeft van de Indische Oceaan die langs deze kust vol zit met kreeften. Één van de twee attracties is de vissers coöperatie waar dagelijkse tientallen kreeftvissers boten hun vangst brengen. Hier worden de kreeften levend verpakt om de volgende de kreeften te kunnen laten zwemmen in aquariums van Japanse, Chinese of Europese restaurants. Big business!!
Diezelfde middag zijn we naar het Western Australian Museum gegaan. Het leuke aan dit museum is dat ze een enorme tentoonstelling hebben van het VOC schip de Batavia die hier in 1629 in de buurt op een rif is gevaren en is gezonken. Ze hebben oude potjes, pannetjes, kruiden, rijksdaalders gevonden en allemaal tentoongesteld. Voor ons Dutchies waanzinnig interessant natuurlijk.
Verder naar Kalbarri, een gezellig toeristen dorpje aan de kust dat omringt is door Kalbarri National Park. De volgende dag vroeg het National Park bezocht, maar ondanks dat we er al zo vroeg waren was de hitte die dag bijna ondraaglijk. Er stond een hele hete harde wind die de haartjes bijna van je armen af fikte. Grote wandelingen hebben we dus maar overgeslagen en we hebben het bij wat uitkijkpunten gehouden.
Vanaf één uitkijkpunt zagen we in de verte ten noorden van het park toch wel wat vreemde rook en met de minuut werd de rookwolk groter. Een bushfire in een National Park geeft ons niet veel vertrouwen. We besloten snel te vertrekken. Terug op de snelweg (lees: een snelweg in Australië is een gewone tweebaansweg) werd de rook ontwikkeling nog groter, maar wij waren er nog tientallen kilometers vandaan. Hoe dichterbij we kwamen hoe erger het leek en het leek of we er recht op af reden. We hebben de auto maar even aan de kant gezet en een tegenligger aangehouden om te vragen of het überhaupt veilig en mogelijk was om verder te rijden. We kregen te horen dat de brand nog kilometers bij de weg vandaan was en dat het absoluut veilig was. Opgelucht reden we verder en bij de brand aangekomen zagen we dat het maar zo’n 500 meter bij de weg vandaan was. Het vuur had zich ontzettend snel verspreidt en een half uur later hoorden we bij het tankstation dat de weg afgesloten was voor alle verkeer.
We hebben dus dikke mazzel gehad, want de weg is twee dagen afgesloten geweest. Achteraf hoorden we dat er die dagen in de buurt nog veel meer bosbranden zijn ontstaan en er honderden vierkante
kilometers bos is afgebrand. Toch gek dat we het nu met eigen ogen hebben gezien.
400 kilometer verder naar het noorden en aangekomen in het Francois Perron National Park hebben we op een camping gestaan waar je alleen met een 4WD kan komen. Er stond alleen een Duits stel waar
we ’s avonds gezellig een wijntje mee hebben gedronken en in het donker geprobeerd een haai te vangen. Deze mensen zaten werkelijk waar elke dag te vissen en aten ook elke dag zelf deze vis op.
Lunch en diner. Ze hadden ook al een paar keer haai gevangen en dit wilden wij natuurlijk wel met eigen ogen zien. Na een paar uur geduldig hebben zitten wachten hadden ze helaas nog niets aan de
haak geslagen en begonnen wij toch ernstig aan geloofwaardigheid van deze al wat excentrieke Duitsers te twijfelen. Lekker naar bed dus, die wijntjes hakten er ook al aardig in. De dag erop was
weer zo’n snikhete dag en was het bijna niet te doen om de auto uit te komen. We hebben bij een uitkijkpunt met uitzicht op zee maar liefst 8 haaien zien zwemmen en we hebben de stromateolieten
bekeken.
Deze stromateolieten waren 2900 miljoen!!! jaar geleden het enige leven op aarde en doordat ze zuurstof in de lucht brengen zijn ze verantwoordelijk voor de eerste andere levensvormen op aarde. Via deze stromateolieten zijn we doorgereden. Na weer 550KM te hebben gereden kwamen we aan in Coral Bay. Een klein dorpje met een ongelooflijk mooi strand en rif om langs te snorkelen. Om even bij te komen van al het rijden zijn we hier lekker twee daagjes blijven staan en heerlijk gezwommen, gesnorkeld en op het strand gelegen. De volgende dag was het toch weer tijd om kilometers te maken (200KM) en hebben we Exmouth bezocht. Of tenminste het National Park dat bij exmouth ligt: Cape Range NP. Het NP op zich is niet speciaal, maar langs het park ligt het Ningaloo Reef. Het rif heeft niet de afmetingen van het great barrier reef (het wereldberoemde rif aan de oostkust van Australie), maar ja kan vanaf het strand snorkelen. Waar je bij het Great Barrier Reef eerst met een boot de zee in moet. Bij het Ningaloo Reef kun je ook drift snorkelen, hierbij zwem je vijftig meter de zee in en laat je je door de stroming over het rif mee nemen om er een paar honderd meter verderop weer uit te komen. Prachtig om het gekleurde koraal en de gekke visjes te zien. Onze onderwatercamera kwam hier ook goed van pas.
We hebben gekampeerd in het National Park en zijn het binnenland ingereden naar Tom Price (weer 600KM). Tom Price is een mijnwerkers stadje dat in het Pilbara gebied ligt. Dit gebied is het meest ijzerrijke gebied ter wereld. Zelfs op de camping woonden allemaal mijnwerkers (en duizend enorme sprinkhanen). Tom Price is echter de toegangspoort voor Karanjini NP, het park wat we graag wilden bezoeken .Het park was fantastisch! We hebben gorges (soort ravijnen) bezocht waarbij je helemaal naar beneden in een soort ravijn afdaalt en daardoor heen loopt om vervolgens bij kraakheldere poeltjes te komen om lekker in af te koelen. Het gebied doet ook erg vreemd aan door alle ijzererts in de grond. Echt bovenverwachting mooi!
De camping waar we wilden slapen stikte het echter van de vliegen (echt honderden tegelijk om je heen te zoemen en te irriteren) en we besloten om door te rijden. De volgende mogelijkheid om te
kamperen was Port Hedland 300 km verder, het was al 5 uur, maar we besloten het er maar op te wagen. In Australië raden ze af om in het donker te rijden aangezien de kangoeroes je om de oren
vliegen en in het westen hebben ze ook nog eens last van koeien op de weg. Nou dat hebben we geweten! Het werd donker en we hadden nog tweehonderd kilometer te gaan. Drie uren lang (we reden maar
80km/pu) turen over de weg. Tientallen keren remmen voor vee dat langs de weg stond en na een tijdje ja hoor…. Een enorme stier van een ton de weg op! Vol in de ankers! Gelukkig konden we ruim op
tijd remmen, maar we hadden het hart in de keel. Toen we om een uur of 9 ’s avonds in Port Hedland aankwamen hebben we gratis op een camping gestaan tussen de industrie arbeiders. De dag erop stond
weer in het teken van rijden. 600 km naar Broome. Even voor de duidelijkheid: we rijden niet harder dan 90KM per uur. We hebben een fantastische auto, maar het is wel een ongelooflijke zuipschuit.
We hebben twee tanks van ieder 90 liter diesel, waar we bij 90KM/u zo’n 1000KM mee kunnen rijden. Iedere keer bij het tankstation (bijna elke dag), moeten we dus even heel hard slikken.
Tijdens dit stuk naar Broome komen we er weer achter hoe dunbevolkt dit stuk van Australië is. Tijdens deze 600 km komen we twee tankstations tegen en ongeveer 20 tegenliggers. De tankstations zijn
echt lachen. Net of je in de jaren 70 bent beland!
Opgelucht kwamen we in Broome aan. Broome is een leuke stad met geinige winkeltjes en een fijne sfeer. Helaas kwamen we aan op zondag in het laagseizoen en waren alle winkels, op de supermarkt na, gesloten. Maakte niet uit! Het was toch te heet om te winkelen. Op naar de camping met zwembad en relaxen. Hadden we wel verdiend!
We begonnen nu echt te merken dat we dichter bij het noorden kwamen. Het noorden van Australie kent twee seizoenen. Heet en nat (oktober tot april) en heet en droog (mei tot september). Wij zijn er dus tijdens het hete natte seizoen en dat kun je goed merken aan de enorme hoge luchtvochtigheid. 100 meter lopen en het zweet guts eruit. Niet te druk maken en lekker een dagje rustig bij het zwembad blijven, want ook zwemmen in de zee zit er vanaf nu niet meer in. Het is het seizoen van de levensgevaarlijke boxjelly fish (één aanraking van dit kwalletje en je hebt verschrikkelijke pijn voor twee weken. Ongeveer 20 mensen hebben de beet zelfs niet overleeft) en ook zwemmen hier mensenetende zoutwater krokodillen rond! Ja Australië stikt van de levensgevaarlijke dieren. ’s Middags komen we ook de twee Hollandse jongens weer tegen die we bij Tom Price ook op de camping waren tegengekomen. Weer een gezellig avondje dus! Na twee dagen bijkomen in Broome werd het tijd om richting het oosten de Kimberleys te gaan ontdekken. Volgens velen de laatste echte wildernis in Australië. Al snel komen we er achter dat er weinig valt te zien omdat door het regen seizoen alle National Parks gesloten zijn. Inclusief de topper Bungle-Bungles. Nou ja niks aan te doen en dan maar doorrijden richting de Kununurra aan de andere kant van de Kimberleys. In twee dagen tijd zijn we van Broome naar Kununurra gereden. Weer 1050KM erbij op de teller. Het was hoofdzakelijk en saaie rit maar de zaten gebieden bij met uitzichten die rit het helemaal waard maakten.
In Kununurra hebben we een aantal waterholes bezocht om in te zwemmen en een klein National Park bezocht die vaak de mini Bungle-Bungles wordt genoemd. Kununurra is de laatste stad in West Australië voordat je in Northern Territory komt.
Na twee nachten camperen zijn we naar Katherine gereden (514KM) Op de camping in Katherine kwamen we twee stelletjes tegen die samen aan het rondreizen waren. Het grappige was dat ze een beamer met Wii in de camper hadden gebouwd. Dus die avond stonden we onder het genot van flink wat wijntjes achter de camper te bowlen, Hilarisch! De volgende dag hebben we een flinke hike gemaakt in het Nitmiluk National Park naar een fantastische plek om te zwemmen met een waterval. Erg pittig maar meer dan waard.
Onze volgende bestemming was Kakadu National Park. Veel van dit park is ook gesloten om het regen seizoen, dus wij besloten een boottocht te maken over het overstroomde landschap van Kakadu National Park. Wel grappig om te zien dat echt alle looppaden en informatiebordjes allemaal onderwater staan tijdens dit seizoen. Na het spotten van veel verschillende vogels werden we getrakteerd met onze eerst echte Salty! Een zoutwater krokodil van ongeveer 5 meter lag ons vanaf de oever aan te staren. Wat een beest. Later spotten we er nog een aantal kleinere van ongeveer 3 meter. Hier wil je niet zwemmen!
We krijgen zin om meer krokodillen te zien en besluiten de volgende dag naar de Adelaide River te gaan tussen Darwin en Kakadu National Park. Omdat dit buiten het National Park ligt zijn de regels qua bescherming hier anders en mogen de krokodillen gevoerd worden. Zo vertrekt er iedere dag 4 keer een boot met toeristen deze rivier op met vlees aan een grote hengel. Als de boot aan het varen is zien we na een paar minuten al de eerste krokodillen geruisloos naar de boot toe komen. Het vlees wordt boven ze gehouden en na enige aarzelen komt de krokodil met kracht uit het water om het stuk vlees te pakken. Heel toeristisch allemaal, wel heel spectaculair! Na een uurtje krokodillen voeren varen we terug. Als verassing gaan ze op de terugweg roofvogels met kleine stukjes vlees voeren. Wat super om te zien hoe behendig die vogels zijn.
Voldaan vertrekken we van de Adelaide River en rijden we onze laatste kilometers van de 8000KM’s in totaal in de Landcruiser naar Darwin. Onze eindbestemming in Australië. In Darwin zijn een 3 nachten gebleven om de stad te bekijken en nog wat kleine dingen te regelen. Laatste inenting en nog de nodige spulletjes voordat we naar Azië (Bali) gaan.
West Australië was een avontuur met veel kilometers en overweldigende natuur. Echt het Australië zoals we verwacht hadden. We waren na zo’n lange rit wel weer blij dat we in de bewoonde wereld terug waren. Tegelijk was dit het einde van onze 6 maanden reizen in westerse landen en het begin van onze reis in Azië. We kregen al erg zin in onze volgende bestemming. Want daar zouden we Christy haar familie weer ontmoeten!
Ondertussen zijn we alweer een paar weken in Azië en hebben het heel erg na ons zin. We hopen snel weer een verhaal te kunnen schrijven over Indonesië. Wanneer die klaar is moeten we nog maar even zien ;-)
Groeten van ons uit Yogyakarta, Java, Indonesië
Australië - The Outback
Op weg naar onze eerste bestemming van de outbacktour leerden we onze reisgenoten beter kennen. Één Nederlandse jongen, Kasper die we tegenkwamen in het hostel in Adelaide. Drie mensen uit Denemarken, een stelletje en een oude vrijgezel. Twee Duitse meiden, vier mensen uit Zwitserland waarvan drie meiden en één jongen en als hekkensluiter een Ier. Altijd goed voor de humor.
Onze eerste bestemming was een paar honderd kilometer ten noorden van Adelaide. Hier werden we allemaal op een kameel gezet om langzaam naar onze eerst slaapplaats geleid te worden. Bush met een hokje waar je je behoeften op mag doen. Oftewel een toilet. We kamen er gelukkig snel achter dat er een redback spin in dit toilethokje zat. Deze spin, ongeveer net zo groot als een spin die in NL in je huis zit, kan dodelijk zijn (13 mensen zijn overleden in Australië) voor mensen met een zwak lichaam. Gelukkig zijn wij fit en vitaal maar zien het niet zitten om twee weken verschrikkelijke pijn te hebben. Ons niet gezien op dat hok. 's Avonds kregen we bezoek van een lokale Aboriginal die ons meer inzicht gaf in hun huidige leven. En nee hij leefde niet meer in de bush. Hij kwam uit zijn 4x4 stappen met nike's. Na een slaapverwekkend gesprek werd het tijd om onze tent voor het eerst op te zetten. (Er werd regen voorspeld, dus deze avond niet in de openlucht) Geen verhitte discussies of moeilijkheden. Dit is namelijk de eerste keer dat we samen een tent gingen opzetten. 5 minuten later hadden we de bush veranderd in een heerlijke slaapplek. De volgende ochtend voor zonsopkomst (5:30) zaten we alweer aan de koffie en om 7:00 reden we richting de Flinders Ranges National Park. Onderweg zagen we onze eerste wilde emoes (soort struisvogel) en maakten we een stop bij Aboriginal rotstekening en kregen we een van de vele droomverhalen van de Aboriginals verteld. Deze verhalen werden van generatie op generatie doorgegeven. Je kan het vergelijken in de westerse wereld met het verhaal van Adam en Eva. In de Flinders Ranges NP maakten we een mooie wandeling naar een fantastisch uitkijkpunt met uitzicht over een vallei.Onze volgende bushcamping in de Flinders Ranges was Brachina Gorge. Een fantastisch plek tussen steile rotswanden. In dit gebied komen de bedreigde yellow tailed rock wallaby's voor. Deze wallaby's worden niet met iedere toer gespot. Wij hadden geluk en zagen er een stuk of 8. Echt super mooie beestjes. 's Avonds laat lag bijna iedereen al op bed. Behalve Edwin, Oliver (Zwitser) en Jarrod (de gids). Na het nuttigen van een aantal aangename biertjes besloten de mannen om te gaan slapen. Met dat we opstonden hoorden we iets lopen, heel dicht bij ons. Nog een rockwallaby! En deze had ook nog eens een joey (baby) in zijn buidel. Twintig foto's en nog één biertje later gingen we tevreden naar onze tent.
We waren nog maar net onderweg en we waren al vol aan het genieten van de toer. Dag drie van de toer stond in het teken van kilometers maken over de historische Ootnadatta route. Dit is de route waarlangs ze vroeger met kamelen de outback ingingen en waar de lange Ghan spoorlijn is aangelegd. We reden door de woestijn en kwamen langs lake Eyre, het grootste zoutmeer van de wereld. Er is rond deze tijd alleen geen water te zien, maar alleen een dikke zoutkorst. Moeilijk voor te stellen dat hier ongeveer één keer per 5 jaar, als het meer vol loopt, zeilwedstrijden worden gehouden. Onze stop voor de nacht was Williamscreek. Een gehucht in de woestijn met maar liefst 3 inwoners. Er is een dorre camping, een tankstation, een motel en een kroeg die totaal is versierd met souvenirs van mensen die er langs rijden. Na weer een heerlijke nacht in de openlucht konden we ervoor kiezen om een rondvlucht te maken over de Painted desert. Wederom een schitterend gezicht.
Bij controle van de bus kwamen we erachter dat we twee lekke banden hadden, dus op het rondvluchtje na de hele ochtend zitten wachten tot er iemand de banden kon repareren. s'Middags zijn we verder gereden naar Coober Pedy. Bijna tweehonderd kilometer over een gravelroad. Het hobbelt en bobbelt, maar is de enige weg naar het dorp. De eerste 50 km gingen prima. Om ons heen zagen we echter grote donkere regenwolken ontstaan en na ongeveer 50 km kwamen we op een stuk weg waar een enorme stortbui was neergekomen. De hele weg was veranderd in één grote klei en baggerbende en we zakten met onze zware bus 30 cm de grond in. Vast! Dus de 4WD aan, duimen draaien en maar hopen dat we eruit kwamen. Gelukkig was dit het geval alleen konden we maar met 5 km per uur verder rijden en dat met nog 150 km te gaan! De hele onderkant van de auto en de banden zaten onder de rode klei en de trailer schoof over de weg heen, omdat de banden niet meer wilden draaien door de klei. Dit was net was we nodig hadden na de twee lekker banden van die ochtend. Na zo'n 20 km kleirijden werd de weg gelukkig beter en konden we in een aardig tempo naar Coober Pedy.
Coober Pedy is een mijnstadje midden in de woestijn. Ze zoeken hier naar opaal en dat is big business! Omdat het hier ontzettend heet kan worden hebben de mensen huizen onder de grond gebouwd die lekker koel blijven. Omdat het nog steeds een beetje regenden sliepen wij in een bunker waar ze een hostel van hadden gemaakt. Wat een luxe! Heerlijk koel en een echt bed! De volgende ochtend zelfs een warme douche! We hebben een tour door de mijn gemaakt, we mochten zelf ook nog even naar opaal zoeken en we hebben een opvang voor kangoeroes bezocht. Zo schattig! Het plan was om de route naar de Simpson desert te vervolgen over een dirtroad, maar omdat ze heel veel regen hadden voorspeld (Stel je voor....we zitten nog steeds in het ‘normaal' droogste gedeelte van Australie) zijn we maar over de snelweg gegaan en moesten we helaas de Simpson desert overslaan. Achteraf maar goed ook, want het heeft inderdaad heel erg geregend, de wegen zijn onbegaanbaar geworden en er hebben mensen twee weken vastgezeten in een dorp midden in de woestijn met alweer alleen een tankstation (lees één automaat die bij de kroeg hoort) en een kroeg dus. Wat op zich ook weer niet verkeerd is.
Vanuit Coober Pedy zijn we dus maar de snelweg opgegaan op weg naar Uluru (Ayers Rock). Uluru is waarschijnlijk het meest gefotografeerde object in Australie.
Het is een enorme steen midden in de outback . 3,6 km lang en 348 meter hoog en tweederde van de steen ligt zelfs onder de grond. Enorm indrukwekkend dus. We hebben de 9 km lange wandeling om de steen heen gemaakt en onderweg veel geleerd over de geschiedenis van de Aboriginals. De steen is heilig voor hen en bij ieder hobbeltje, deukje of bobbeltje in de steen hebben ze wel een mooi verhaal. Voor ons zijn de verhalen een beetje een voorbeeld van te veel fantasie, maar toch leuk om te horen. 's Avonds hebben we zonsondergang mogen meemaken bij de Uluru en de volgende ochtend weer vroeg op om zonsopkomst te bekijken. We hebben een wandeling gemaakt door de Kata Tjuta ook wel olga's genaamd. Deze wandeling mag niet meer na elf uur 's ochtends gemaakt worden omdat het te heet wordt. De wandeling was een stuk interessanter als de wandeling om de Uluru. Iedere klim werd weer beloont met een fantastisch uitzicht.
Na de wandeling reden we richting het noorden, naar Kings canyon. Na weer een nacht bushcampen en heerlijk eten gemaakt op het kampvuur waren we klaar voor weer een flinke wandeling langs de Kings Canyon. Een fantastische wandeling met duizelingwekkende afgronden. Veel mooie foto's en herinneringen later gingen we naar onze op één na laatste bestemming. Een bushcamp langs een rivier. Normaal zat er bijna geen water in deze rivier. Maar toen wij er kwamen was er behoorlijk veel water. Fantastische plek op te camperen. Met de gitaar rond het kampvuur en waardeloze zangers werd het wederom een gezellige avond.
Rond Alice Springs liggen de Mc Donnell ranges. (Ranges zijn gebergtes) Een op het eerste gezicht droog gebied waar heel veel gorges zijn (gorge is een ravijn met water) Op verschillende plaatsen hebben we hele mooie wandelingen gemaakt met als beloning een heerlijke duik in het water.
Australië - Van Sydney naar Adelaide
Onze rit van Sydney naar Adelaide begon met het afscheid van Fred en Chantal. Het was tijd om weer met zijn tweeën op pad te gaan. In onze Spaceship (kleine camper) hadden we drie weken de tijd om langs de kust het zuidoosten van Australië te ontdekken. We zagen het niet zo zitten om steeds weer op de dure campings te staan, dus hebben we een enorm boek gekocht waar allemaal goedkope en gratis campings in staan. De meeste hebben alleen chemische toiletten en geen douches of andere faciliteiten, maar ze staan vaak midden in de bush of direct aan het strand. Het echte kamperen kon beginnen!
Onze auto/camper heeft een systeem waarbij je de achterklep open doet en een plank eruit schuift, zodat je bed langer is. Aan de achterklep zet je dan een soort tentje vast. Je ligt dus met je hoofd buiten in een tent. Heerlijk koel!
We moesten iedere dag redelijk wat kilometers gaan maken. Sydney - Adelaide lijkt op de kaart van Australië dicht bij elkaar te liggen. Toch ben je een paar duizend kilometer verder voordat je op plaats van bestemming bent.
De eerste nacht stonden we heel idyllisch in Kangoeroe valley naast een rivier en werden we wakker doordat de auto heen en weer schudde. Eerst dachten we dat het onze verbeelding was, maar later gebeurde het weer, dus toch maar even checken wat er aan de hand was. Met de zaklamp naar buiten schijnen, staat er gewoon een dikke wombat naast de auto! Een wombat is echt een heel schattig dier om te zien, maar als zo'n beest je uit je slaap houdt vind je hem opeens niet meer zo lief hoor! Bleek dat we een meter naast zijn hol stonden! We vroegen ons al af hoe dat enorme gat daar kwam!
Toen we de staat Victoria binnen reden besloten we om maar weer eens een warme douche te gaan nemen en een wasje draaien was ook wel weer eens handig. In een het dorpje Lake Entrance hebben we een luxe camping bezocht.
Beetje verslaafd aan de National Parks wilden we z.s.m. weer in de natuur kamperen. Dit keer lag de Wilson Promontory National Park op de route. Het meest zuidelijke puntje van het vaste land van Australië. Dit park is vorig jaar het beginpunt geweest van de beruchte Black Saturday in Australië. In februari 2009 zijn er meer dan 170 mensen in Victoria omgekomen door bush fires (bosbranden). Zuidoost- en Zuidwest Australie staan vol met Eucalyptus bomen, deze boomsoort komt hier in honderden verschillende soorten voor. Het kenmerkende aan eucalyptus bomen is dat ze gemaakt zijn om te branden. Ze verliezen hun bast zodat dit opstapelt op de grond en als brandstof werkt en de bomen zelf zitten vol met brandbare oliën. Dankzij het vuur kunnen ze zich voortplanten. Tja erg dubbel dus. Het is de natuur die z'n ding doet maar ondertussen verwoest het de levens van samenlevingen die dicht bij of in het bos wonen. In ieder geval was het Wilson Promontory National Park voor meer dan 50% in vlammen opgegaan. De verwoesting was duidelijk te zien en tegelijk ook de wederopbloei van alle nieuwe planten met hele vreemde grasbomen overal die alleen groeien in de eerste tien jaar na een brand en daarna weer overschaduwd worden door de eucalyptus bomen. Wij stonden in het park 100 meter van het strand. Dus wel een veilig gevoel als je dat allemaal hebt gezien en gelezen.
Melbourne was aan de beurt en het leek ons wel leuk om daar met Australia Day te zijn (26 januari, een nationale feestdag waar de inwoners van Australië vieren dat Australië een apart land is geworden van Engeland) De stad stond bol van de activiteiten waaronder een optreden in het park van James Morrison! Op naar het park dachten we direct. We kamen er al snel achter dat Australië zijn eigen James Morrison heeft, een trompettist. Hmmm.. Dat hadden we niet verwacht. Maar deze James Morrison is erg goed in wat hij doet als Jazz trompettist. Zo hebben we toch mooi met onze bolletje in de zon een uur kunnen genieten van zijn Jazz klanken. En er stond een heuse Nederlandse Poffertjeskraam in het park. Tijdens het poffertjes eten vlogen er nog 6 stuntvliegers over het park heen om te showen hoe roekeloos ze kunnen vliegen. Prima dagje zo. Na het verder verkennen van Melbourne besloten wij om naar The Docks (haven van Melbourne) te gaan om zandsculpturen te gaan bekijken. Vol verwachting begonnen we onze wandeling om er na 2 uren achter te komen dat het terrein met zandsculpturen niet groter was dan 6 vierkante meter. Omdat het al wat later was en honger kregen gingen we een leuk eettentje opzoeken in de haven. Al sneupend zagen we een menukaart met lekker eten en acceptabele prijzen voor *kuch* backpackers. Stom genoeg gingen we per ongeluk bij de buren zitten, waar de kaart absoluut niet backpacker waardig was. Wat raad u ons aan ober? We hebben een heerlijke Chateau Briand van 79,- dollar per persoon. Oeps verkeerde tent. Maar opstaan en naar de buren verkassen was ook niet echt sociaal aanvaardbaar. Nah ja, dan maar een lekker biefstukje voor 40 dollar eten. En hij was lekker!! Na een nacht kamperen in Melbourne hebben we de leuke wijkjes net buiten het centrum van Melbourne bekeken. Erg leuk allemaal en erg aanlokkelijk om te gaan shoppen. We hebben het heel goed bij een lekker broodje gehouden en zijn, zonder verdere financiële schade, later in de middag uit Melbourne vertrokken.
De grote stad was heel leuk, maar we kregen direct weer zin in natuur. Dit keer stond volgens de verhalen ons een groot spektakel te wachten: The Great Ocean Road. Gebouwd door eerste wereld oorlog veteranen en bekend als een van ‘s werelds mooiste routes om te rijden. Dat beloofd wat. Vol verwachting begonnen we aan de 250 km lange trip. Na het dorpje Lorne zou het spektakel beginnen. We kwamen na een uur rijden bij Apollo Bay aan. We waren niet zo onder de indruk. Wat slecht van ons! We betrapten onszelf erop dat we een beetje verwend zijn. Na de Westkust van Amerika en Westkust van Nieuw Zeeland was deze weg heel mooi, maar voor ons niet echt schokkend mooi. Diezelfde dag op weg naar onze camping in Otway National Park zagen we voor het eerst Koala's in het wild. We waren mega onder de indruk en zagen er telkens meer in de bomen zitten! Wat een vreemde dieren, echt fantastisch. Onze camping bleek ook vol te zitten met koala's. Erg leuk totdat we gingen slapen en ze als wilde zwijnen met luid geschreeuw hun territorium gingen afbakenen, om afgewisseld te worden met het gelach van kookaburra's (Australische vogel). We hadden gelukkig nog niet alles gezien van The Great Ocean Road. De beroemde 12 apostelen, de london bridge, de arch en bay of islands konden we de volgende dag bewonderen. Hiervan waren we behoorlijk onder de indruk, een spektakel van moeder natuur.
De laatste daagjes zijn we rustig aan richting Adelaide gereden, hebben we fantastische zonsondergangen meegemaakt, leuke dorpjes bezocht en, hoe kan het ook anders, een ritje langs de bekende wijngaarden van de Mc Laren Vale Vallei gemaakt.
We hebben de auto ingeleverd in Adelaide en zijn naar ons hostel gegaan om ons op te laden voor De Outbacktoer!
Met 14 man in een 4WD bus met een dikke trailer erachter de outback in om na tien dagen uit te komen in Alice springs, het hart van dit enorme land!
In het hostel in Adelaide kwamen we Kasper tegen. Een gezellige carnavalsliefhebber uit Den Bosch! Kasper ging ook mee met de tour, dus de eerste contacten waren snel gelegd. De volgende ochtend
werden we om 6 uur opgehaald en na het nodige papierwerk waren we er klaar voor. Een korte uitleg van de tour: zoveel mogelijk van het binnenland van Australië zien terwijl je op de mooiste
afgelegen plekken kampeert. 's Avonds zit je met zijn allen rond een kampvuur waar ook op wordt gekookt. Je slaapt in je slaapzakje onder de sterren en elke dag douchen zit er absoluut niet in. Net
wat voor ons!
De tour hebben we inmiddels al achter de rug, maar dat verhaal bewaren we voor de volgende keer!
Groeten van ons uit een warm (45 graden+) Australië!
Australië - 1e maand - Queensland & New South Wales
Alweer een maand in Australië erop zitten. Wat vliegt de tijd! Na drie super leuke maanden met zijn tweeën werden we voor het eerst weer omringt door vrienden en vriendinnen. 19 december kwamen we
aan op het vliegveld in Sydney waar Fred en Chantal ons zouden opwachten. Het was al bijna een jaar geleden dat we afscheid van ze hadden genomen. Even voor de duidelijkheid: Fred en Chantal zijn
vrienden uit Nederland die vorig jaar januari naar Australië zijn geëmigreerd en nu in Sydney wonen. Een beetje nerveus stapten we uit het vliegtuig, want ja... voor het eerst weer bekenden zien na
zo'n lange tijd is toch wel een beetje spannend. Toen we de aankomsthal inliepen was er echter geen spoor van Fred en Chantal. Hmmm en nu....? Geen telefoonnummer, geen adres..... Maar de slogan
van Australie is ‘no worries' (geen zorgen). Dus lekker buiten in het zonnetje gaan zitten en maar eens even rustig bedenken wat te doen. Even naar binnen om te kijken of ze er toch echt niet
staan. Maar weer naar buiten en toch maar weer es naar binnen. En ja hoor daar kwamen ze de trap af! Zelf waren ze net een paar daagjes met Klaas en Ulrik (vrienden die ook 4 weken in Australië
zijn om vakantie te vieren) naar de whitsundays geweest en hun vlucht kwam tegelijk met die van ons aan. Het was zo leuk om ze weer te zien en ze zijn echt geen spat veranderd! Nou ja, een beetje
bruiner dan. Ze wonen fantastisch in Sydney. In Coogee een buitenwijk op zo'n 100 meter van het strand! Dit zou de komende twee weken ook een beetje ons huisje zijn. Nou ik kan je vertellen dat is
niet verkeerd!
Rond kerst en oud en nieuw zijn er in Sydney geen hotels of hostels meer beschikbaar en de prijzen rijzen de pan uit. En hier zaten we ook nog eens eerste rang!
Chantal en Fred moesten overdag gewoon werken. Chantal is manager bij een backpackers reisbureau en Fred is Personal Fitness Trainer geworden na een studie te volgen in Australië. Zij leven daar en wij zijn op vakantie, dan heb je dat. Wij zijn heerlijk een aantal dagen de stad wezen verkennen. Sydney is een echte mega wereldstad met meer dan vier miljoen inwoners, maar door het heerlijke klimaat en de relaxte mensen komt de stad helemaal niet zo over. De harbour bridge en het opera house zijn echt heel indrukwekkend, net als de botanische tuinen waar in de bomen duizenden enorme vleermuizen hangen. Er zijn gezellige cafeetjes, mooie gebouwen en restaurantjes waar je heerlijk kunt eten. Genoeg te doen dus. We hebben een mooie wandeling langs de kust gemaakt en natuurlijk een paar dagen op het strand gelegen.
De dag voor kerst kwamen Klaas en Ulrik terug van hun trip langs de oostkust. Omdat Fred en Chantal moesten werken, hebben wij ze opgehaald van het vliegveld. Net alsof je elkaar een week daarvoor nog hebt gezien. Heel gek!
Eerste kerstdag had Chantal kaarten geregeld voor een festival op Bondi Beach. The place to be voor backpackers en zonaanbidders. Het weer was niet helemaal geweldig, maar met een lekker muziekje uit de speakers en een biertje in de hand vermaken wij ons wel! Hier kwamen we ook de twee gezellige dames uit Den Haag weer tegen die we hadden ontmoet in Fiji. Helaas begon het rond zessen wel heel hard te regenen, we zagen er inmiddels uit als 6 verzopen katjes dus zijn we maar naar huis gegaan. Thuis hebben we zelf nog een feestje gebouwd en zo toch nog een geslaagde kerst gehad. Hoe kon het ook anders met zijn zessen in Sydney!
De dagen na kerst bleef het weer erg wisselvallig en hebben we ons thuis vermaakt met spelletjes spelen en filmpjes kijken. Ook wel eens lekker. Kussens op de grond, dekentjes erbij en volledig in de chillstand. Fred had nu ook vakantie helaas kon Chantal logischerwijs geen vakantie nemen in de drukste periode van het jaar voor haar werk. Gelukkig waren we iedere avond met zijn zessen.
Na het weekend klaarde het weer gelukkig weer op en hebben we nog heerlijk op het strand kunnen liggen. Ook zijn we een dagje naar de Blue Mountains geweest. Een schitterend National park op zo'n 1,5 uur rijden van Sydney met fantastische uitzichten.
Time flies when you're having fun. En zo was het alweer 31 december. Onvoorstelbaar als je erbij nadenkt dat we alweer drie en halve maand onderweg zijn, duizenden kilometers hebben gereisd, zoveel
mooie dingen hebben gezien en nieuwe mensen hebben ontmoet. Het is dan alweer bijna 2010 en we zitten aan de andere kant van de wereld op het zuidelijk halfrond waar geen sneeuw of kou te bekennen
is! Bizar gewoon!
31 december zijn we extra vroeg op gestaan met een picknickmand vol broodjes, beleg en lekkere dingetjes om naar de stad te vertrekken. Oud en nieuw in Sydney moet je vieren met uitzicht op de
harbour bridge en zo denken ongeveer een miljoen andere mensen er ook over. Je moet dus zorgen dat je vroeg in het centrum bent om een goed plaatsje te bemachtigen. Onze keuze was gevallen op de
botanical gardens, waar zo'n 20 duizend mensen in kunnen. Op tijd aanwezig zijn dus anders kom je er niet meer in. 10 uur 's ochtends gaan de hekken open en om half tien kwamen we aan om er achter
te komen dat er zo'n 4000 mensen voor ons waren die allemaal al in de rij stonden. Dat kunnen de Australiërs trouwens perfect! In de rij staan. In Nederland was het een totale chaos geweest met
dranghekken enzovoort, maar hier had iedereen zich keurig in een hele lange slinger opgesteld. Ongelooflijk! (bij de bus staan ze trouwens ook keurig in een rijtje achter elkaar)
Na deze lange dag besloten we na twaalven om rustig aan terug te keren naar huis. Weer gedacht dat het een enorme chaos zou worden, maar opnieuw was alles tot in de puntjes geregeld en om half twee waren we weer veilig thuis. Nog even gezellig een biertje drinken, even slapen en de volgende dag weer fris en fruitig op om het nieuwe jaar in te feesten. Chantal kon weer kaartjes regelen voor een festival (Space Ibiza) en met het zonnetje op onze bol stonden we 's middags alweer heerlijk te dansen en lol te maken met zijn allen. Wat een begin van 2010!
2 Januari hebben we lekker uitgerust en na het afscheid van Klaas, Ulrik, Fred en Chantal vlogen we drie januari naar Brisbane.
In Brisbane zouden we Nynke en Rutger ontmoeten. Dat zijn vrienden van ons uit Nederland en we zouden twee weken samen reizen van Brisbane naar Sydney. Ook weer zo leuk om elkaar na zo'n lange tijd te zien en toch is het na vijf minuten of je nooit weg bent geweest!
De eerste nacht hebben we samen in een mega appartement geslapen en de volgende dag konden we ons huisje op wielen voor de komende twee weken ophalen. Een Jucy, wat een hilarisch ding! Een felgroene auto met een paarse skibox erop. In de auto konden twee slapen en als je de skibox openvouwde ontstond er nog een tweepersoonsbed. Als je de achterklep opendeed had je een klein keukentje. Ideaal voor 4 personen, mits het mooi weer is! Nu zaten we hartje zomer in Australië dus dat zit wel goed denk je dan. Not! De tweede dag regende het, dus lekker op elkaar binnen zitten. Lekker knus! Gelukkig hebben we het de overige dagen zo goed als droog gehouden en bij regen gingen we gezellig bij de overdekte bbqs zitten. Onze eerste bestemming was Noosa National park. Hier hebben we een klein bootje gehuurd en lekker gezwommen en gevaren. Ook zijn we naar the Australian Zoo geweest. Dit is de dierentuin van Steve Irwin. Die kerel die al die kunstjes deed met krokodillen, maar een paar jaar geleden door een pijlstaart rog is vermoord. Zijn vrouw en kinderen runnen de dierentuin nu en tja..... we weten zeker dat ze het heel goed bedoelen, maar voor ons had het niet gehoeven. Twaalfjaar oude dochter Bindi heeft haar eigen show met eigen liedjes en dansjes waar we per ongeluk terecht kwamen en voor kindjes van 1 tot 8 jaar is het vast heel leuk, maar voor kinderen van 27 en ouder is het toch minder geslaagd. Maar goed..... het mooiste moest nog komen. Na de kindershow kwamen dan toch de wilde dieren en natuurlijk de krokodillen show! Vrouw Terri had de rol overgenomen van wijlen man Steve en dat had ze beter ook niet kunnen doen. De krokodillen reageerden een beetje tam op deze vrouw en er was weinig spectaculairs aan. Jammer maar helaas. We konden er ook wel weer om lachen. Verder was de dierentuin wel heel gaaf. Vooral de kangoeroes en de koala's vielen in de smaak. Wat een schattige beesten!
De volgende dag zijn we verder naar het zuiden gereisd om bij Emerald beach op een luxe camping te staan. Daar ontmoeten we een man die ons de volgende ochtend om 6 uur heeft meegenomen om vlak bij het strand kangoeroes te gaan spotten. Hier moet je zo vroeg voor zijn omdat ze als het te warm wordt overdag weer verdwijnen. Echt fantastisch! Tientallen kangoeroes waarvan een paar zelfs met een baby in de buidel!
We hebben nog een paar nachten in Hunter valley overnacht, waar we een dagje een wijntour hebben gedaan. Hunter valley staat bekend om de wijngaarden en aangezien dit geheel in Nynke en Christy hun straatje ligt........... Maar liefst 52 wijntjes, likeurtjes en andere gekke drankjes hebben we geproefd die dag en uiteindelijk kwamen we totaal kapot, maar met een heerlijk voorraadje wijn weer bij de camping aan!
laatste avond hebben we die heerlijk opgedronken en toen was het alweer tijd om de auto terug te brengen en Nynke en Rutger op het vliegtuig naar Nieuw Zeeland te zetten. Die twee weken zijn voorbij gevlogen!
Wij hebben een taxi gepakt naar Coogee en zo waren we weer bij Fred en Chantal thuis! Het voelde een beetje als thuis komen!
We hadden nog twee maanden over om Australië te verkennen, maar we hadden eigenlijk geen idee hoe of wat! Australië is ongelooflijk prijzig vergeleken de landen waar we al geweest waren en nog heen zouden gaan en een goede optie was om een maand eerder naar Azië te vertrekken. Maar ja je bent er nu toch en wanneer heb je weer de kans om wat van het land te zien?
Eerst dus maar even met Chantal om de tafel en binnen een kwartier hadden we de resterende twee maanden overvol geboekt! Heel handig zo'n vriendin die bij een backpackers bureau werkt!
Twee dagen later zijn we met onze Spaceship (zelfde als een Jucy maar met een iets andere inrichting) vertrokken richting het zuiden. De komende drie weken zouden we via de kust naar Adelaide rijden. Ondertussen zijn we alweer even onderweg maar die verhalen komen over een paar weken wel weer.
Iedereen in Nederland succes gewenst met de sneeuw en de kou! Wij denken aan jullie.
Kiwi’s, schapen,teletubbies, fjorden & hobbits……
Welkom in Nieuw Zeeland!
Na een prettige vlucht vanuit Fiji hadden we ons voor Nieuw Zeeland op het ergste voorbereid. Veel regen en koude nachten. Tenminste dat hadden we gehoord van de mensen die er net vandaan kwamen.
Bij aankomst in Auckland werden we echter verwelkomt door een lekker zonnetje en de jassen konden uitblijven. Op naar het hostel!
De eerste twee dagen zouden we in Auckland blijven om op zoek te gaan naar een geschikte camper waar we voor een week of 5 mee rond konden reizen. Dus een paar aanvragen gedaan via internet bij
verschillende camper maatschappijen en lekker de stad in gegaan om Auckland te verkennen. Ons hostel lag in een hele leuke buurt met veel restaurantjes en leuke winkeltjes. Hadden we weer goed
uitgezocht!
We hadden dus gehoord dat het in Nieuw Zeeland qua weer nogal eens tegen zou kunnen vallen en ons eerste doel was regenkleding en een pyjama! Missie geslaagd en na een hapje eten weer terug naar
het hostel om te kijken of we al respons hadden op onze camper aanvragen. Nope! Alles vol voor de komende periode. Balen! Uiteindelijk hebben we vier nachten in Auckland moeten blijven voordat we
er een gevonden hadden! Maar wat een leuke! Een echte Kiwi camper. We konden er in rijden, slapen en koken. Meer heb je toch niet nodig? Dus boodschappen doen, weer 3 uren! Op een of andere manier
zijn we gek op boodschappen doen! (Waar zou dat toch vandaan komen?)
Klaar om de rest van het land te verkennen!
Toen we eindelijk de stad uit konden rijden snapten we echter gelijk waarom iedereen die in Nieuw Zeeland geweest is zo laaiend enthousiast is over dit land! Wat een beauty! Laten we het
beschrijven als teletubbieland. Groene heuvels met schaapjes, konijntjes en witte bloemetjes. De eerste dag hebben we een tour met een boot gedaan om dolfijnen te bekijken! Het was echt geweldig!
Die beestjes spelen gewoon met de boot, ze zwemmen ervoor en eronder door. Ze geven echt een showtje weg. Twee dagen hebben we doorgebracht in het noorden en toen zijn we de Coromandel peninsula
gaan ontdekken. Dit is een schiereiland twee uur rijden van Auckland en een zeer populaire weekend bestemming voor de mensen uit de grote stad. Het weer was prachtig en we hebben hier op een
camping gestaan bij het strand. 's Ochtends om 5 uur zijn we uit onze camper gekropen om de zon te zien opkomen. Prachtig gezicht.
Omdat we als zo vroeg op waren vetrokken we mooi op tijd naar Hotwater-beach. Dit is een strand waar nog lava onder zit dankzij oude vulkanische activiteiten en het grondwater onder het strand word
hierdoor opgewarmd. Het is een enorme toeristische attractie, maar gelukkig waren we er mooi vroeg en was het nog lekker rustig op het strand. Dus schepje gehuurd, bikini en zwembroek aan en graven
maar! Het was echt zo grappig! Je moet wel zorgen dat je op de juiste plaats graaft, want op het ene punt is het water gloeiend heet en vijf centimeter verder is het water ijskoud. De kunst is dus
om het koude en het warme water te verbinden en zo een comfortabel badje voor jezelf te creëren. Edwin was aan het graven en Chris had de niet geheel onbelangrijke taak gekregen om foto's te maken.
Uiteindelijk hadden we het perfecte poeltje en heerlijk een uur genoten van ons welverdiende warme bad!
Toen we er klaar mee waren was het strand volgelopen met mensen en iedereen was als een stel Duitsers bij de Noordzee aan het graven. Echt een hilarisch gezicht!
Na een lange dag om de Coromandal Peninsuala, we gingen ook nog naar de Cathederal Coves, was het tijd om verder te reizen naar Waitomo. Op het eerste gezicht is er niets speciaals aan deze omgeving. Heuvels, groen, tja Teletubieland. Maar schijn bedriegt. Dit gebied zit vol met ondergrondse grotten . Edwin heeft hier op een rubberen band om zijn kont door de grotten zitten dobberen. Gloeiwormpjes bekijken. Nee, niks voor Chris met haar claustrofobische trekjes.
De volgende dag op naar Rotorua! Het welbekende naar rotte eieren stinkende dorpje. Rotorua ligt midden in een thermisch actief gebied. De rook komt uit de grond die de enorme stank in de omgeving veroorzaakt. We hebben zo'n thermaal gebied bezocht en het is echt heel apart. Borrelende meertjes in de meest uiteenlopende kleuren. Knalgeel, blauw, groen. Ze noemen het ook wel het schilderspalet. Er is ook een actieve geiser waar ze een keer per dag zeep in gooien om hem te heet water te laten spuiten.
We hebben ook nog een beekje bezocht genaamd: Kerosine creek. Deze attractie is gratis, dus als lowbudget backpacker moet je deze dingen natuurlijk gaan bekijken. Het leuke aan dit beekje is dat het door de thermale activiteit ongeveer 38 graden is en een warm bad tijdens onze reis schaars is, dus de ideale mogelijkheid om even een halfuurtje in te relaxen. Er kleeft wel één nadeeltje aan...... Je stinkt daarna zelf ook naar rot eitje!! Getverdemme! Die avond dus maar een camping met een warme douche opgezocht!
Taupo heeft het grootste meer van Nieuw Zeeland en de omgeving is wederom prachtig! (Ja mensen dat woord zullen we nog veel gebruiken!) Enorme watervallen met het helderste blauwe water!
In Tongariro National park wilden we de Tongariro crossing gaan doen. Dit is een hike van een hele dag en schijnt een van de spectaculairste van NZ te zijn. Helaas was het in het park mistig en het regende, dus helaas....
We hebben besloten om het noorder eiland achter ons te laten en de ferry genomen naar het zuider eiland. Hier hebben we ook onze reistactiek aangepast: geen vaste route volgen, maar gewoon het mooie weer! Ons tropische kleurtje begon alweer wat te vervagen en daar baalden we behoorlijk van! Sowieso is alles mooier als het zonnetje schijnt dus op naar Blenheim! Een gebied met grote wijngaarden. Helemaal ons ding! Het zonnetje scheen, dus fietsen gehuurd, helmpje op (is verplicht bah) en proeven maar! Om de paar kilometer was een grote wijngaard waar we ongeveer (gratis!) 5 soorten wijn mochten proeven. Heerlijk, maar je voelt hem natuurlijk al aankomen! Uitspugen vind dit stel maar vies, dus lekker doorslikken, zeggen dat je alles heerlijk vind, niks kopen en weer die mountainbike op! Na drie keer proeven voelden we het toch al aardig in die beine! Eerst maar even lunchen met natuurlijk een heerlijk glaasje rosé! Geen slim plan, want we waren nog niet eens op een kwart! Niet zeuren! Op naar de volgende! Het is allemaal gratis! Uiteindelijk zijn we aan het eind van de dag met de laatste 10 kilometer tegenwind, helemaal kapot, maar ontzettend voldaan en een dikke fles wijn in de fietstas weer heelhuids bij onze camper aangekomen. Heerlijk dagje!
We keken erg uit naar het Abel Tasman National Park. En guess what! Het is daar mooi weer! Onze volgende bestemming stond dus vast! Het is best een pittig stukje rijden, dus onderweg zijn we in Nelson gestopt bij een leuke camping. Hier hebben voor het eerst kennis gemaakt met de enig plaag van onze reis: Sand Flies (Zangvliegjes)! Het zonnetje scheen heerlijk en we zitten lekker buiten in bikini/zwembroek met een boekje op schoot, koud biertje erbij! Wat een leven! En daar kwamen ze.... Met honderden tegelijk! Eerst dachten we dat het een soort uit de kluiten gewassen fruitvliegjes waren totdat ze begonnen te prikken. Zeer dat het doet! En bloeden! Die kleine krengen!
Maar even opzoeken op het internet wat het voor beesten zijn! Even kort en krachtig: Ze drinken bloed net als een muskito (neef), je krijgt er een bult van net als van een muskito en deze bulten jeuken als een gek net als bij een muskito! En een groter nadeel bij deze mormels! De jeuk is ongeveer 20 keer erger als bij een muskito en de jeuk blijft ongeveer twee weken aan!!! Wat een ellende! Maar goed, we proberen ons humeur er niet door te laten verpesten. We gaan naar het Abel Tasman Park! Onze camping in Kaiteriteri lag aan het strand, dus achterklep van onze bus open en uitzicht op zee! (Er was iets mis met het internet op deze camping en we konden gratis downloaden! Gelijk alle films van Lord of the Rings maar even binnengehaald, want die moet je toch zeker even zien als je in Nieuw Zeeland bent waar de film is opgenomen.)We hebben een kayak tour geboekt en hebben een hele dag langs het park gekayakt. Mooi baaien, parelwitte stranden en zeehondjes die om je bootje komen zwemmen. Zo geweldig! We besloten om hier nog maar een paar dagen te blijven. De volgende dag hebben we gewandeld door het park zelf. Ja het Abel Tasman park voldeed zeker aan onze verwachtingen!
De trip was fantastisch! Er geldt normaal een regel dat je 80 % van je geld terugkrijgt als er geen walvissen gespot worden, dus het is nog maar afwachten of je er überhaupt één ziet. Nou wij hadden enorme mazzel en zagen er acht!!! En wat een enorme beesten zijn dat! Echt zo indrukwekkend! Helemaal in euforische stemming ging de boot weer richting het land om nog eventuele dolfijnen of zeehonden te spotten (dat ding ging me toch te keer!) De bemanning begon op een gegeven moment wat lacherig te doen dat ze nog een verassing voor ons hadden. Nou zeehonden en dolfijnen hadden we al gezien, dus erg opgewonden werden we er niet van. Tot ze opeens zeiden dat ze orka's gespot hadden! Ja dat was wel het toefje op de taart! 5 orka's inclusief een moeder met een baby'tje! Wederom een geslaagde dag! Kaikoura beviel ons goed en we zijn lekker een nachtje langer gebleven voordat we naar Lake Tekapo vertrokken.
Na een nachtje in het mooie plaatsje Wanaka was het tijd voor wat actie! En actie kun je overal vinden in Nieuw Zeeland, maar Queenstown is wel echt de place to be voor bungeejumpen, parachutespringen, wild waterraften, jetboaten en noem maar op! De eerste dag hebben we gewildwaterraft. Met een 8 persoonsrubberboot zo'n 16 kilometer een rivier af. Onderweg heb je een waanzinnig uitzicht en kom je watervalletjes tegen waar je met je bootje van afgaat! Erg spannend en we hebben enorm gelachen! We zaten bij twee Amerikaanse homostelletjes van rond de 40 jaar in de boot en deze nodigden ons na het raften uit om bij hun in de camper wat te gaan drinken. Ja gezellig! Het werd een hilarische avond. Net een stel een pubers. De ene wilde ons muziek laten horen de andere de serie 'little britain' we hebben een hoop foto's gezien van hun Halloween outfits. Al met al een gezellige avond met een hoop drank. Edwin heeft na deze avond bijna zijn vinger verloren omdat hij zijn vinger tussen een liggend kastje had zitten terwijl hij er zelf op ging zitten. Tja drank maakt meer... nou ja laat maar. Gewoon stom. Omdat dit gezellige stelletje homo's de volgende dag weer naar Sydney vloog werden wij 's ochtends wakker en vonden wij een tas met Corona's voor onze deur. En bedankt!
Wat het leuke is aan spannende activiteiten, is dat je het samen met andere doet. Dat schept direct een band. Want je zit samen in dezelfde situatie. Zo ontmoette Edwin twee jongens bij de Bungy. Eddy uit Utreg en David uit Amerika. Deze jongens waren echt aan het backpacken. Liften en gratis camperen met een tent. Bekommerd dat wij waren over deze twee relaxte gasten hebben wij ze een gratis douche aangeboden op onze camping. (Koste ons ook niks, maar toch) Die middag hebben we gezellig verhalen uitgewisseld onder het genot van de Corona's, die we die ochtend voor onze deur hadden vonden. Omdat we nog niet klaar waren met verhalen uitwisselen maar wel honger kregen, besloten we die avond in The World Bar weer te meeten. In the World Bar hebben ze van negen tot tien een happy hour. 2 Theepotten met cocktails voor 15 dollar (7,5 EUR). Das niet gek. Althans de prijs, want we moesten wel even wennen aan het idee om uit een theepot zoete cocktails te lurken. Wijs dat we waren besloten we niet al te dronken (opnieuw) en te laat naar huis te gaan. De weersvoorspelling voor Milford Sound was namelijk zonnig. Dat gebeurd niet vaak hebben wij ons laten vertellen dus met gepaste haast gingen wij weer kilometers vreten en vertrokken naar Milford Sound. Dit ligt in het Fiordland National Park wat ongeveer qua grootte de helft van Nederland is. Dit ongerepte natuurgebied wat op de werelderfgoed lijst staat is een overgang van de bergen naar de zee. Zoals de naam al een beetje verklapt zijn hier allemaal fiorden en de Milford Sound is daar één van.
Als tussenstop voor de Milford Sound verbeleven we een nachtje in Te Anau. Nog steeds 130KM verwijderd van Milford Sound maar het dichtstbijzijnde dorpje. Hier kwamen we voor de zoveelste keer De ANWB enclave tegen. Korte uitleg; een paar groepen senioren zijn met ANWB kamperreizen door NZ aan het tukken. Iedereen is gepensioneerd en spreekt niet zo goed Engels als onze generatie. Daytrips en campings zijn voor ze geboekt. Kortom niets voor ons maar perfect voor deze groep. Toen wij onze camper op ons plaatsje neer gingen zetten werd het ons overduidelijk dat we midden in de enclave zaten. Gezellig hoor. We zaten gezellig op onze stoeltjes met een glaasje wijn (Die we in Blennheim hadden gekocht) te babbelen met onze buren over ieder onderwerp wat we maar konden bedenken. Veel Nederlanders die we tegen kwamen vonden het maar vervelend dat ze de ANWB enclave tegenkwamen 'Ben je eindelijk uit Nederland kom je ze nog allemaal tegen!'. Wij vonden het maar wat gezellig om met Nederlanders te kletsen en natuurlijk te klagen.
De volgende ochtend om 6 uur, ('s ochtends ja), reden we naar de Milford Sound. De weg er naar toe was prachtig. Bergtoppen bedekt met sneeuw, en omdat de sneeuw aan het smelten was waren er overal langs de bergen watervallen. We hebben de hele dag in Milford Sound gekayakt. Wat is het daar mooi! 's Middags begint het daar altijd hard te waaien. Na een barre tocht tegen de wind in werden we beloond. We hebben een groot zeil opgezet en zijn met 4 kayak's tegen elkaar aan terug gezeild. Perfect!
Terug in actionpacked Queenstown en de laatste kans om met goed weer te kunnen skydiven. Het moest er nu maar van komen. Vanaf een hoogte van 15.000 voet uit het vliegtuigje springen om vervolgens 60 seconden met 200 KM per uur naar beneden te vallen. Zie filmpje http://www.youtube.com/watch?v=72Nms8981K0 Wat een gevoel. Dit was wel alleen voor Edwin bestemd want Chris zag hier opnieuw de lol niet van in. Ben niet gek!
De voorspellingen voor de Westcoast waren slecht. Regen, regen en nog eens water. Maar als we de westkust nog wilden zien met de gletsjers en wegen langs bergen en kust dan moesten we nu wel gaan. Tja ons plannetje om het goede weer te volgen had ons heel erg bevallen. Helaas als je een nog maar één week hebt te gaan werkt dat plan iets minder. Met stromende regen gingen we door de bergpas. Wat een belevenis, overstromingen, watervallen, kolkende rivieren tja dat heeft dan ook wel weer wat. De westcoast was heel mooi. Vast nog veel mooier met lekker weer. Maar we klagen niet! Maar 5 dagen regen in 6 weken Nieuw Zeeland! Dat is geloof ik wel een record!
We zijn nu alweer drie dagen in Sydney bij Fred en Chantal (vrienden uit Nederland die hier afgelopen januari zijn gaan wonen)! Echt geweldig om hun weer te zien! Ze hebben een prachtig appartement op 100 meter van het strand! Morgen komen klaas en Ulrik hier ook en gaan we met zijn zessen kerst en oud en nieuw vieren. Wat een gezelligheid!
Begin januari vliegen we dan naar Brisbane om met Nynke en Rutger te gaan reizen. We gaan ons zeker vermaken in Australië!
Fijne kerstdagen voor iedereen. Liefs Ed en Chris!